Als je denkt dat Dubai alleen maar saaie wolkenkrabbers en luxe malls heeft, dan heb je de nacht nog niet ontdekt. Als de zon ondergaat, wordt de stad een levendige, gloeiende machine van licht, muziek en ongebreidelde vrije tijd. En de beste manier om erin te duiken? Een goed geplande happy hour. Niet die saaie borrels met een half verwarde martini en een ongeprezen olifantje. Nee, ik bedoel echte deals waar je bijna je ogen uitkijkt.
De locatie: Waar de nacht echt begint
Start bij The Beach aan Jumeirah. Het is niet zomaar een strand. Het is een openluchtclub waar de zee zachtjes tegen de palmbomen kust en de muziek zo luid is dat je hart meedanst. De bar is een lange, glanzende lijn van glas en staal, met zachte LED-verlichting die de cocktails in een paars-blauwe gloed doet schijnen. De lucht ruikt naar zeezout, citroen en een vleugje van de duizenden sigaretten die hier worden gerookt. Je ziet mannen in lichte linen overhemden en vrouwen met zilveren kettingen die hun schouders blootleggen. Het is geen plek om te zitten. Het is een plek om te bewegen.
Hier, tussen 17:30 en 19:30, betaal je voor elke bestelde drank een tweede gratis. Ja, echt. Twee mojito’s voor de prijs van één. En de barkeepers? Ze kennen je naam na drie slokken. Ze geven je extra ijs, een extra citroen, een extra glimlach. En als je goed kijkt, zie je hoe de vrouw achter de bar haar vingers langzaam over de rand van je glas wrijft. Niet per ongeluk. Nooit per ongeluk.
De vrouw: Ze wist dat je zou komen
Het was Mariam. Donker haar, lang, met een houding alsof ze de hele wereld had gezien en nog steeds niet genoeg had. Ze droeg een zwarte jumpsuit die haar heupen omhulde als een tweede huid. Haar lippen waren rood, maar niet overdreven - net genoeg om je te laten denken aan wat er zou gebeuren als je er met je tong overheen zou glijden. Ze had een tatoeage aan haar rechterkant: een kleine slang die haar rug opkrulde naar haar schouder. Je kon het zien als ze zich omdraaide om glazen te vullen. Ze keek je niet aan. Ze liet je kijken. En dat was het meest verleidelijke van alles.
Ze sprak niet veel. Maar als ze het deed, was het met een stem die je in je borstkas voelde. ‘Je ziet eruit alsof je een nacht nodig hebt,’ zei ze op een gegeven moment, terwijl ze mijn glas vulde. Geen vraag. Geen ‘wil je nog iets?’ Alleen een feit. En ik wist: ik was hier niet voor de drank. Ik was hier voor haar.
De man: Jij. En je verlangen
Je bent de man die hier komt omdat je het gevoel hebt dat je leven een beetje te rustig is geworden. Je werkt hard. Je hebt een baan. Je hebt een huis. Maar je hebt geen nacht meer. Geen onvoorspelbaarheid. Geen warme lichaamswarmte van een vreemde die je net ontmoet hebt. Je wilt iets dat je voelt. Niet iets dat je ziet. Niet iets dat je hoort. Maar iets dat je voelt - in je buik, in je kruis, in je keel.
Je hebt een paar glazen gedronken. Niet te veel. Net genoeg om je remmen los te maken. Je ziet haar glimlachen, en je voelt hoe je lichaam reageert. Je ademhaling wordt dieper. Je handen worden zweetachtig. Je denkt niet aan de volgende dag. Je denkt niet aan de reis terug naar het hotel. Je denkt alleen aan de manier waarop haar vingers de glasrand aanraken. En hoe je die vingers zou willen vasthouden. En naar beneden glijden. En waar ze je zou laten gaan.
Het gevoel: Het moment voordat het gebeurt
Ze stond naast me, dichter dan nodig. Haar schouder raakte mijn arm. Niet per ongeluk. Ze had haar glas leeggedronken. Ik had het mijne nog half vol. Ze keek me aan. Niet met haar ogen. Met haar stilte. En toen zei ze: ‘Kom mee.’
We liepen naar de achterkant. Weg van de muziek. Weg van de mensen. Er was een kleine tuin, met lantaarns die het zand in een gouden gloed dompelden. Er stond een bank, bedekt met zachte kussens. Ze draaide zich om. Haar ogen waren donker. Ze pakte mijn hand. En trok me naar zich toe. Ik voelde haar adem op mijn hals. Ze fluisterde: ‘Je wilt me. Ik weet het.’
Ik probeerde te praten. Maar mijn keel was dicht. Ze legde haar vinger op mijn lippen. En daarna…
De seks: Wat er gebeurt als je ophoudt met denken
Ze trok mijn overhemd uit. Niet snel. Niet haastig. Elke knoop was een moment. Elke beweging een belofte. Haar handen gleden over mijn borst. Haar nagels krabden zachtjes. Niet pijnlijk. Maar genoeg om je te doen schudden. Ze knielde voor me. En haar mond… oh god, haar mond. Niet alleen een kus. Niet alleen een plezier. Het was een verovering. Haar tong was warm, vochtig, en ze wist precies hoe ze moest likken. Haar handen hielden mijn heupen vast. Ze hield me in haar macht. En ik liet het gebeuren.
Ze stond op. Haar jumpsuit gleed langzaam naar beneden. Haar huid glinsterde in het licht. Ze had geen ondergoed aan. Ik zag haar. Alles. En ik voelde hoe mijn lichaam op het punt stond te breken. Ze trok me naar zich toe. Ik voelde haar warmte. Haar benen om mijn heupen. Haar mond op mijn oor. ‘Nu,’ fluisterde ze. ‘Nu, nu, nu.’
Ik stootte in haar. Diep. Langzaam. Elke beweging was een zucht. Elke keer dat ze haar hoofd achterover gooide, voelde ik hoe haar spieren zich om me heen trokken. Haar ademhaling werd sneller. Haar vingertoppen krabden mijn rug. Haar benen trilden. En toen…
Ze schreeuwde. Niet hard. Niet schril. Maar met een diepte die door mijn botten ging. En in dat moment voelde ik alles. De hitte. De druk. De lucht. De zee. De stad. De hele nacht. Ik kwam. Diep. Lang. En ik hield haar vast alsof ik haar nooit meer wilde laten gaan.
We lagen daar. Zwijgend. Haar ademhaling kalmeerde. Mijn hart klopte nog steeds. Ze kuste mijn borst. En zei: ‘Kom morgen weer.’
En ik weet: ik zal komen. Niet voor de drank. Niet voor de muziek. Niet voor de happy hour.
Ik kom voor haar.