Je stapt uit de metro bij Saint-Germain-des-Prés en de lucht ruikt naar regen, rook van sigaretten en een vleugje parfum dat je niet kunt plaatsen. Het is 23:17. De straten zijn levendig, maar niet overvol. De lichten van de cafés vallen op natte stoepen, en de muziek uit een verborgen bar aan de hoek trekt je aan als een magneet. Je weet waar je naartoe moet. Niet naar de toeristische plekken. Niet naar de plekken waar de groepen met kleding van de lucht vallen. Je zoekt iets echts. Iets waar je naartoe komt als je niet meer wilt denken, maar gewoon wilt voelen.
De eerste bar: Le Comptoir Général
Je duwt de deur open en wordt omhuld door een warme, donkere lucht. Het is een soort jungle in een oude opslagruimte. Palmen, kasten vol boeken, lampen van oude koffers. Een vrouw met een rood haar, die haar ogen niet van je afhaalt, schenkt een whisky in met een hand die net genoeg trilt. Je zegt niets. Ze zegt ook niets. Maar haar blik? Die zegt alles. Ze weet wat je zoekt. Niet een meisje. Niet een date. Ze weet dat je hier bent omdat je een nacht wilt die je niet kunt vergeten. Je zit op een kruk, kijkt naar de mensen. Een groep mannen lacht te hard, maar hun ogen zijn niet lachend. Ze zijn op zoek. Net als jij. Iemand stoot je lichtjes aan. Een glimlach. Een knik. Geen woorden nodig. Je weet: je bent niet alleen.De tweede plek: Le Baron
Twee uur later. De muziek is harder. Een bass die je in je borstkas voelt. Je bent nu in het hart van de nacht. Le Baron is een soort geheime club die alleen bestaat als je weet waar je moet kijken. De deur is verborgen achter een gordijn van kralen. Binnen is het warm, bijna te warm. De lucht voelt zwaar, als een hand op je rug. Een vrouw in een zwarte jurk met een open rug, die haar hals langzaam naar achteren buigt terwijl ze een sigaret opsteekt, ziet eruit alsof ze uit een droom is geklommen. Haar huid glanst. Haar ogen zijn donker, maar haar glimlach? Die is als een mes dat langzaam wordt ingedrukt. Je kijkt haar aan. Ze kijkt terug. En dan-ze knijpt haar ogen half dicht. Een signaal. Een uitnodiging. Je volgt haar naar de achterkamer. Geen woorden. Geen vragen. Alleen een hand op je arm. Een vinger die over je pols strijkt. Je voelt het tot in je testikels.
De vrouw
Ze heet niet Marie. Niet Sophie. Niet eens iets dat je kunt uitspreken. Ze is gewoon… er. Haar lichaam is een kunstwerk van schaduw en vlees. Haar borsten zijn niet te groot, niet te klein. Ze zijn gewoon perfect. Net genoeg om je vingers erin te laten verdwijnen. Haar heupen bewegen als ze loopt-niet te veel, niet te weinig. Net genoeg om je te dwingen je adem in te houden. Haar mond is rood, maar niet met lippenstift. Met bloed. Of tenminste, het lijkt erop. Ze likt haar lippen langzaam, en je voelt het alsof ze het met haar tong over je lul doet. Ze ruikt naar zweet, zout en iets wat je niet kunt benoemen. Iets dat je al je hele leven hebt gezocht.De man
Jij? Je bent niet de ster. Je bent niet de man met het beste pak. Je bent de man met de kleren die te strak zitten, de schoenen die een beetje slijten, en de ogen die te lang hebben gekeken naar de vrouw in de spiegel. Je bent de man die te veel heeft gedronken, maar nog steeds helder genoeg bent om te weten wat je wilt. Je wilt niet praten. Je wilt niet lachen. Je wilt niet de hele avond meedoen. Je wilt één ding: haar. Je wilt haar lichaam tegen het jouwe drukken. Je wilt haar benen om je taille slingeren. Je wilt haar tanden op je hals voelen. Je wilt haar adem in je oor, en je wilt dat ze je laat voelen alsof je de enige man op aarde bent die haar ooit heeft aangeraakt.
Het moment
Ze neemt je mee naar een kamer achter de bar. Geen bed. Geen licht. Alleen een matras op de vloer en een enkele kaars. Ze doet haar jurk uit. Niet snel. Niet langzaam. Met een soort rust die je doet trillen. Ze kijkt naar je. Niet met verlangen. Met bevel. Je doet je broek uit. Je bent al hard. Ze lacht. Niet hard. Niet luid. Maar het is de meest verleidelijke lach die je ooit hebt gehoord. Ze zakt op haar knieën. Geen woorden. Alleen haar mond. En dan-oh god-haar tong. Die glijdt over je kop, langzaam, als een warme rivier. Ze neemt je helemaal in. Niet te diep. Niet te snel. Net genoeg om je te laten denken dat je gaat komen. En dan… ze stopt. Ze kijkt op. Haar ogen zijn nat. Ze zegt: "Niet nu. Niet zo snel."Ze trekt je naar de matras. Ze zit bovenop je. Haar heupen bewegen in een ritme dat je hart volledig overneemt. Je handen grijpen haar billen. Ze glijdt langzaam naar beneden, en je voelt haar binnen je. Niet als een vrouw. Niet als een lichaam. Als een natuurkracht. Ze zwaait heen en weer, en elk beweging voelt als een tik op je ziel. Je voelt haar borsten tegen je borstkas. Haar adem wordt korter. Haar ogen sluiten zich. En dan-ze schreeuwt. Niet luid. Maar zo diep, zo authentiek, dat het je tot in je botten trilt. Je komt. Niet met een klap. Maar met een stroom. Alsof je je hele leven hebt gewacht om dit te voelen. Je voelt haar lichaam trillen boven jou. Ze zakt op je borst. Je houdt haar vast. Geen woorden. Geen gedachten. Alleen adem. En de stilte. En de warmte.