De lucht in de kamer is warm, zwaar van geuren van jojoba-olie en een vleugje vanille die langzaam oplost in de gloed van de kaarsen. Het licht is gedempt, net genoeg om de schaduwen te laten dansen op de huid van de vrouw die voor me ligt. De muren zijn bedekt met donkerbruine houten panelen, de vloer van warme steen, en een zachte, witte deken ligt op een laag kussen naast het massagetafel. Geen muziek. Alleen haar ademhaling. Langzaam. Diep. Zoals een zee die opkomt.
Ze is geen masseuse. Ze is een kunstenaar met handen die weten hoe je een man ontmaskert. Haar huid is zacht, maar niet zacht genoeg om te vergeten dat ze kracht heeft. Haar haar, donker en net iets te lang, valt over haar schouders als een sluier van nacht. Ze draagt niets. Alleen de geur van haar lichaam - warm, zout, zweet en iets wat ik niet kan benoemen maar dat me doet slikken. Haar ogen zijn gesloten, maar ik weet dat ze me ziet. Ze voelt hoe mijn hart tegen mijn ribben klopt. Ze voelt hoe mijn adem stokt als haar vingertoppen over mijn rug glijden.
Ik ben niet hier om te ontspannen. Ik ben hier om te vergeten. Ik ben hier omdat ik een week heb gewerkt als een machine, omdat mijn gedachten vol staan met facturen, deadlines, en de stilte in mijn appartement. Maar nu? Nu is er alleen haar. En mijn lichaam. En de manier waarop haar handen mijn spieren ontleden, als een keukenmes dat een stuk vlees van de bot scheidt. Ze begint bij mijn schouders. Niet met druk. Niet met kracht. Met een vinger die langzaam, als een slak, over mijn nek glijdt. En dan - een korte, onverwachte druk. Net genoeg om mijn rug te doen kronkelen. Ik zucht. Niet van pijn. Van herkenning. Alsof ze mijn lichaam beter kent dan ikzelf.
Ze weet wat ik wil. Ze weet wat ik niet durf te zeggen. Haar handen dalen naar mijn rug, langs mijn ruggengraat, tot ze bij mijn heupen zijn. En dan - een vinger, alleen een vinger - glijdt naar beneden, langs de binnenzijde van mijn bil, zo zacht dat ik denk dat ik het verbeeld. Maar dan - een druk. Niet op de huid. Op het gevoel. Op het verlangen. Mijn lichaam trilt. Niet van kou. Van verwachting. Ze kijkt niet. Ze zegt niets. Maar haar ademhaling verandert. Wordt korter. Dichter. Alsof ze ook aan het branden is.
Ze draait me om. Niet met woorden. Met haar handen. Haar vingertoppen strelen mijn borst, langzaam, alsof ze elk haar op mijn huid wil tellen. Haar duim circuleert rond mijn tepel. Niet wrijven. Niet knijpen. Maar een druk - een druk die door mijn buik jaagt, recht naar beneden, naar mijn pik, die al hard is en tegen mijn broek drukt. Ik wil haar stoppen. Ik wil haar niet stoppen. Ik wil dat ze doorgaat. En ze doet het. Haar mond komt dichter. Haar adem warmt mijn hals. Haar lippen zijn dichtbij. Niet aan. Maar dicht genoeg om te voelen dat ze wil.
Ze grijpt mijn hand. Trek me naar de vloer. Niet met geweld. Met een blik die zegt: Je bent veilig hier. Ik lig op mijn rug. Zij boven me. Haar borsten hangen net boven mijn gezicht. Ik ruik haar. Zweet. Zout. Vrouw. Ik haal diep in. En dan - haar dijen. Ze zet haar knieën aan weerszijden van mijn heupen. Ze grijpt mijn pik door mijn broek. Niet om te trekken. Om te voelen. Ze drukt. Langzaam. Met haar hele gewicht. En ik voel het. Niet alleen de druk. Ik voel haar warmte. Haar vocht. Haar verlangen. Ze buigt naar voren. Haar mond is nu op mijn lippen. Niet kussen. Niet lachen. Niet praten. Ze zegt met haar lichaam: Je bent niet alleen.
Ze trekt mijn broek naar beneden. Niet haastig. Niet onbeleefd. Met een rust die me doet huilen. Haar hand grijpt mijn pik. Niet om te masseren. Om te bezitten. Haar vingers zijn warm, vochtig, en ze bewegen als een tong. Ze zet haar heupen neer. Niet op mijn pik. Maar op mijn buik. Haar schaamhaar strijkt tegen mijn huid. Ik voel haar vocht. Ik voel haar trillen. Ze grijpt mijn gezicht. Haar ogen zijn open. Niet naar mij. Naar haarzelf. En dan - haar heupen bewegen. Niet om te neuken. Om te voelen. Om te ontdekken. Haar lichaam schuift langzaam naar beneden. Tot haar schaambeen op mijn pik rust. Ik ben niet in haar. Maar ik ben er bij. En dat is erger dan neuken.
Ze laat haar hoofd vallen. Haar haar valt als een gordijn. Haar mond is nu op mijn hals. Haar tanden. Niet om te bijten. Om te suggereren. Haar handen glijden over mijn borst. Ze kijkt me aan. En ze lacht. Niet hard. Niet flauw. Maar een lach die zegt: Ik weet wat je wilde. En dan - haar heupen bewegen. Langzaam. Een centimeter. Twee. Haar vocht dringt door mijn huid. Ik voel haar. Niet als een vrouw. Niet als een masseuse. Maar als een lucht die me omhult. Als een adem die me leeft. Ik kom. Niet met een schreeuw. Maar met een zucht. Die uit me komt alsof ik een leven heb losgelaten.
Ze blijft liggen. Op me. Haar ademhaling is nu diep. Rustig. Haar hand ligt op mijn borst. Ik voel haar hart. Het klopt net zo snel als het mijne. We zeggen niets. Want er is niets te zeggen. Alles is gebeurd. En het was niet seks. Het was een herstel. Een terugkeer. Een vergeten deel van mezelf dat ze terugbracht. Ik weet niet hoe lang we zo lagen. Maar toen ze opstond, liep ze naar de kamer en kwam terug met een warme doek. Ze veegde mijn lichaam schoon. Niet met zorg. Met liefde. En toen ze wegging, zei ze alleen: Volgende week.
Ik heb geen idee wat ze is. Of waar ze vandaan komt. Maar ik weet dit: als je een volledige lichaamsmassage wilt, dan moet je niet zoeken naar een masseuse. Zoek naar iemand die je lichaam kent. En die weet hoe je geest te ontmaskeren. Want de beste massage? Die begint niet bij de handen. Die begint bij de blik.