De lucht in de kamer smaakt naar bergamot en zachte muskus, net genoeg om je hersenen te verdoofen, maar niet genoeg om de warmte van haar lichaam te verbergen. De kaarsen flakkeren, werpen gouden schaduwen over het houten vloerplank, en de lucht is zo zwaar van verlangen dat je bijna kunt slikken. We zijn alleen. Geen telefoons. Geen tijd. Geen anderen. Alleen haar, mij, en de stilte die zich laat vallen als een zachte deken over ons beide.
Zij ligt op haar buik, haar huid glinstert licht van het olie dat ik net op haar rug heb gespreid. Zwart haar, lang en warrig, valt over haar schouders, en haar nek is een weg die ik al tijden wil afleggen. Haar lichaam is geen sculptuur - het is een levenslijn, vol bochten en krommingen die elk een verhaal vertellen. Haar heupen zijn breed, maar niet te zwaar, haar rug is spierig van de dagelijkse strijd, haar billen... oh, haar billen. Ze zijn perfect rond, als twee rijpe vruchten die wachten op de eerste beet. Ik raak haar niet aan. Nog niet. Ik laat de olie haar huid opzuigen, laat de warmte haar door en door gaan. Ze ademt diep. Langzaam. Alsof ze al weet wat er komt.
Ik sta achter haar, naakt, mijn penis al hard en zwaar, tegen mijn buik gedrukt. Ik heb haar al jaren gekend. Maar nooit zo. Nooit met deze aandacht. Nooit met deze bedoeling. Ze is niet mijn vriendin. Niet mijn vrouw. Ze is mijn ontvluchting, mijn terugkeer, mijn geheime plek. En vandaag? Vandaag is ze mijn godin. Ik heb haar gezien slapen. Ik heb haar zien huilen. Ik heb haar zien lachen met haar mond dicht. Maar ik had haar nooit zo gezien: open, kwetsbaar, vol vertrouwen. En dat maakt het gevaarlijk. En dat maakt het perfect.
Haar lichaam is een kaart van verlangen. Ik begin met mijn vingers aan haar schouders. Langzaam. Zacht. Maar niet te zacht. Ik voel hoe haar spieren zich spannen, hoe haar ademhaling korter wordt. Mijn duimen drukken in, volgen de lijn van haar spinale kolom, tot aan haar onderrug. Ze kreunt. Niet hard. Niet luid. Maar diep. Diep genoeg om mijn hele lichaam te doen trillen. Ik voel hoe haar kont zich samentrekt. Hoe haar billen zich spannen. Hoe haar kutje al vochtig wordt, ook al heb ik haar nog niet aangeraakt.
Ik giet meer olie op haar rug, laat het langzaam naar beneden glijden, over haar heupen, over de zachte bocht waar haar billen beginnen. Mijn handen volgen het pad. Mijn vingers glijden over haar huid, als water over glad glas. Ik voel hoe haar huid warm wordt. Hoe haar ademhaling nu onregelmatig is. Hoe haar vingers zich in de lakens krullen. Ik buig me voorover, mijn mond dicht bij haar oor. Ik fluister: “Je bent zo mooi als je denkt dat je bent. Maar je bent nog mooier als je het niet weet.” Ze schudt haar hoofd, maar haar lichaam zegt iets anders. Ze drukt haar kont harder tegen mijn lichaam. Ze wil meer. Ze wil alles.
Mijn handen glijden naar beneden. Nu over haar dijen. Nu over haar knieën. Nu naar haar enkels. Ik draai haar om. Haar ogen zijn dicht, haar lippen licht geopend. Haar borsten zijn opgezet, de tepels hard als steen. Ik raak haar niet. Nog niet. Ik laat mijn handen zweven boven haar borsten, laat de warmte van mijn huid haar voelen. Ze kreunt opnieuw, dieper nu. Een geluid dat komt uit de diepte van haar ziel. Ik buig me voorover, mijn mond dicht bij haar tepel. Ik blies er zachtjes op. Ze schrikt. Haar lichaam spant zich aan. Ik neem haar tepel tussen mijn lippen, niet om te zuigen, maar om te proeven. Ze is zout, warm, zacht. Ik voel hoe haar heupen opstijgen, hoe haar benen zich openen. Ze wil me. Ze wil me nu.
Ik glijd naar beneden. Mijn mond volgt de lijn van haar buik, langs haar navel, tot aan de donkere haartjes die haar kutje omringen. Ik ruik haar. Zoet. Zout. Zwaar. Ik leg mijn tong op haar kloppende clitoris. Niet snel. Niet hard. Ik hou haar heupen vast, trek haar naar me toe, en begin te likken. Langzaam. Met ritme. Met doel. Ze kreunt, haar handen grijpen naar mijn haar, trekken me dichter. Ik voel hoe haar lichaam begint te trillen. Hoe haar ademhaling stokt. Hoe haar benen zich om mijn schouders sluiten. Ik voel haar kommen. Niet met een kreet, maar met een diepe, grommende golf van genot die door haar hele lichaam breekt. Ze schudt, ze trilt, ze valt bijna uit elkaar.
Ik klim over haar heen. Mijn penis glijdt langs haar natte spleet, ik voel haar warmte, haar vocht, haar hartslag. Ik duw mijn heupen naar voren. Langzaam. Totdat ik haar volledig binnen heb. Ze zucht. Een zucht die zegt: “Eindelijk.” Ik beweeg niet. Ik blijf zitten. Mijn borst tegen haar borst. Mijn mond tegen haar mond. Ze kust me. Niet liefdevol. Niet zacht. Ze kust me alsof ze me wil opsluiken. Haar tong dringt binnen, zo krachtig dat ik bijna verlies. Ik begin te bewegen. Langzaam. Diep. Elke stoot is een belofte. Elke stoot is een herinnering. Elke stoot is een “ik ben hier. Ik ben voor jou. Ik ben altijd voor jou.”
Haar nagels krabben over mijn rug. Haar benen omlijsten mijn heupen. Haar ademhaling is een ritme dat ik nu ken als mijn eigen hartslag. Ik voel hoe ze weer nadert. Hoe haar lichaam zich weer samentrekt. Hoe haar kutje zich om mijn penis knijpt. Ik fluister: “Kom voor me.” En dan gebeurt het. Ze komt. Hard. Lang. Diep. Haar lichaam trilt als een snaar die is geslagen. En ik? Ik volg haar. Mijn zaad schiet naar binnen, als een vlam die de laatste resten van mijn verstand verbrandt. Ik val op haar, mijn mond tegen haar hals, mijn hart tegen haar borst. We liggen samen. Zweet. Zout. Stilte. En geen woord. Want geen woord kan dit beschrijven.
We slapen niet. We zweven. In een ruimte tussen droom en werkelijkheid. Haar hand ligt op mijn borst. Mijn vingers spelen met haar haar. De kaarsen zijn bijna op. De olie is droog. Maar de verbinding? Die is nieuw. Die is krachtiger. Die is echter. Ik weet niet hoe lang we zo hebben gelegen. Maar ik weet wel: dit is geen massage. Dit is een sacrament. En ik wil het morgen weer doen. En de dag erna. En de dag daarna. Tot het niet meer over massage gaat. Tot het alleen nog over ons gaat.